Leer Nederlands - les 32: het gezicht

Faces

“Even though someone doesn’t know they are processing those stereotypes, judgments can become ingrained in the way information is being processed in the brain.” Source: Getty / Getty Images

Get the SBS Audio app

Other ways to listen

In deze podcastserie leer je wekelijks in een paar minuten enkele Nederlandse woorden en zinnen. De lessen worden verzorgd door Joyce Diebels van Dutch with Joyce en zijn in het Engels. In deze aflevering bespreekt ze het gezicht.


Woorden en zinnen uit les 32: het gezicht
EngelsNederlands
face(het) gezicht
eyes
one eye / two eyes
(de) ogen
één oog / twee ogen
nose
one nose / two noses
(de) neus
één neus / twee neuzen
mouth(de) mond
ears
one ear / two ears
(de) oren
één oor / twee oren
eyebrows(de) wenkbrauwen
eyelashes(de) wimpers
chin(de) kin
cheeks
one cheek / two cheeks
(de) wangen
één wang / twee wangen
head
forehead
(het) hoofd
(het) voorhoofd
freckles(de) sproeten / sproetjes
Zinnen om mee te oefenen:
Ik zie met mijn ogen.
Ik ruik met mijn neus.
Ik proef met mijn mond.
Ik hoor met mijn oor.
Wij horen met onze oren.
Ik doe mijn wenkbrauwen omhoog.
Ik doe mascara op mijn wimpers.
Mijn kin is onder mijn mond.
Mijn opa knijpt in mijn wangen.
Ik heb rimpels op mijn voorhoofd.
Ik heb sproeten / sproetjes op mijn neus en wangen.
Klik hier voor meer informatie over Joyce van Dutch with Joyce.

Share