Leer Nederlands - les 20: seizoenen

Seizoenen van het jaar

Credit: designed in CANVA

Get the SBS Audio app

Other ways to listen

Met onze talenserie Leer Nederlands leer je wekelijks in een paar minuten enkele Nederlandse woordjes en uitspraken. De lessen zijn in het Engels en worden verzorgd door leraar Nederlands Joyce Diebels van Dutch with Joyce. In deze les aandacht voor de seizoenen.


Woorden en zinnen uit les 20: seizoenen
De seizoenen in Nederland en Australië zijn tegenovergesteld. Dus als het in Nederland zomer is, dan is het in Australië winter. (NL herfst = AU lente / NL winter = AU zomer / NL lente = AU herfst)
EngelsNederlands
(the) season(het) seizoen
(the) seasons(de) seizoenen
Winter(de) winter
Summer(de) zomer
Autumn(de) herfst
Spring(de) lente
(the months before Summer)(het) voorjaar
(the months before Winter)(het) najaar
In the Winter it is Christmas.In de winter is het kerst.
In Spring I pluck flowers.In de lente pluk ik bloemen.
In Summer I go to the beach.In de zomer ga ik naar het strand.
In Autumn I wear a jacket.In de herfst draag ik een jas.
Klik hier voor meer informatie over Joyce van Dutch with Joyce.

Share