Leer Nederlands - Les 12: sporten

Sport Equipment Concept

Sport equipment concept with competitive games accessories and sportswear vector illustration Credit: macrovector on Freepik

Get the SBS Audio app

Other ways to listen

In deze podcastserie leer je wekelijks in een paar minuten enkele Nederlandse woordjes en uitspraken. De lessen zijn in het Engels en worden verzorgd door leraar Nederlands Joyce Diebels van Dutch with Joyce. Dit keer leer je de namen van sporten en hoe je kan vragen / zeggen dat je een sport leuk vindt.


Woorden en zinnen uit les 12: sporten
EnglishNederlands
soccervoetbal
hockeyhockey
tennistennis
basketballbasketbal
swimmingzwemmen
biking
fietsen
wielrennen (Tour de France)
runninghardlopen
ice skatingschaatsen
What sport do you do?
Wat voor sport doe jij?
Welke sport doe jij?
I do [insert sport].Ik doe aan [naam sport].
What sport do you like?Welke sport vind jij leuk?
I like [insert sport].Ik vind [naam sport] leuk.
Which sport do you love?Van welke sport houd jij?
I love [insert sport].Ik houd van [naam sport].
Klik hier voor meer informatie over Joyce van Dutch with Joyce.

Share